Jarig, maar radeloos
Mijn naam is Aisha, vandaag ben ik 23 jaar geworden. Al twee jaar worstel ik met een zware depressie. Hoe die zich precies heeft ontwikkeld, bewaar ik misschien voor een andere keer. Want op dit moment zit ik op het hoogtepunt – of beter gezegd het dieptepunt – ervan.
De kleinste verandering in iemands gedrag, een subtiele opmerking, of een kleine nuance in de toon van een gesprek… en ik kan me er een week lang over druk maken. Dat piekeren uit zich in nachtenlang niet kunnen slapen. En ja, echt nachtenlang. Al twee jaar. Ik slaap hele nachten niet. Ik functioneer op twee uur slaap en ga dan naar werk.
Studeren? Dat lukt niet meer. Ik ben al anderhalf jaar niet naar de universiteit geweest. Niet omdat ik het niet wil, maar omdat ik het niet durf. En dat is wat ik mezelf al twee jaar lang inprent: ik durf niet. Ik durf niet voor mezelf te kiezen. Ik durf niet van mezelf te houden. Ik durf mezelf niet aan anderen te laten zien – of ik doe het juist te veel.
Het ironische is dat er in die twee jaar depressie één ding was dat ik wel wist vol te houden: werk. Met moeite, maar ik bleef doorgaan. En nu valt ook dat weg. Deze week kreeg ik te horen dat mijn tijdelijke contract niet wordt omgezet in een vast contract. That’s life, heel eerlijk gezegd. Maar ik had het gewoon echt niet verwacht. Mijn positie binnen het bedrijf was goed. Dat weet ik. Er is mij groei beloofd. Er is mij beloofd dat ze mij hier wilden houden. Nog geen maand geleden. Dan mogen we toch wel wat transparanter met elkaar zijn als dat niet zo is. De extra uren die ik erin heb gestoken, mijn inzet… Het maakt me niet zozeer verdrietig, joh. Het maakt me gewoon boos. Boos dat ik zo naïef ben. Boos dat ik denk dat dingen voor altijd zijn. Zo werkt het leven niet.
Dit is depressie. Objectief gezien is het niet het einde van de wereld. Ik ben jong, ik kan zo een nieuwe baan vinden. Ik heb een leidinggevende rol gehad, dat staat gewoon goed op mijn cv. Maar dat is niet wat me dwarszit. Wat me zorgen baart, is dat dit het enige was waardoor ik nog naar buiten ging.
Vriendschappen heb ik opgezegd zoals je op een bepaald moment een abonnement opzegt. Heb ik me daar verdrietig over gevoeld? Ja. Voel ik me daar nog steeds verdrietig over? Absoluut. Stel ik me nog open naar mensen? Soms. Maar krijg ik dat ooit echt terug? Zelden. Het voelt alsof het niet uitmaakt wat ik doe.
Het voelt alsof ik te veel ben. Of weer te weinig.
Het voelt alsof ik te veel mijn best doe. Of juist niet mijn best doe.
Ben ik nou te lief? Of ben ik nou te gemeen?
Ben ik te luidruchtig? Of ben ik te stil?
Ben ik te assertief? Of toch te lui?
Niks voelt goed. Alles is iets om over druk te maken. Alles is iets om in de nacht over na te denken. En daardoor niet te kunnen slapen.
Heb ik het leven aan me voorbij laten gaan? Ik ben 23. Ik zou in de bloei van mijn leven moeten zitten. Maar waarom voelt het niet zo?
Als kind wist ik precies wie ik was en waar ik naartoe wilde. Ik had ambities. Ik wist wie ik was. Ik wist wie ik was. Misschien is dat waarom ik het zo ver heb geschopt op school. Maar ik heb het allemaal alleen gedaan. Thuis was er geen ruimte voor. Ik neem het niemand kwalijk, maar nu zit ik hier zonder richting. Wat doe je als je niet meer weet wie je bent? Wat je wilt? Wat je doel is? Wanneer alles wat je hebt meegemaakt, je volledig heeft uitgeput?
Een 23-jarige hoeft geen groot feest te geven op haar verjaardag. Maar eerlijk gezegd, vandaag voelde dit niet als een viering. Vandaag voelde dit… ik weet niet eens welk woord ik moet gebruiken. Vandaag voelde dit gewoon verschrikkelijk.
Het zou je misschien verbazen, maar mijn 22e verjaardag bracht ik door in een ziekenhuis. Niemand kwam. Behalve die ene vriendin. Misschien had ik toen al moeten weten dat niemand me dit jaar zou feliciteren. Maar toch had ik ergens gehoopt dat er iemand zou zijn die echt contact met me zou zoeken. Iemand die niet alleen een gefeliciteerd zou sturen, maar zou vragen hoe het echt met me ging. Misschien had ik me dan nog druk kunnen maken over hoe ik moest reageren. Over hoe ik moest zeggen: Hé, het gaat goed hoor, hoe is het met jou?
Mijn verjaardag vorig jaar heeft me getekend. Daar lag ik dan opgenomen, en weer alleen mijzelf om tegen te praten. Dat moment heeft iets in mij gebroken. Het gevoel van eenzaamheid en angst is misschien wel de grootste kern van depressie. Depressie is moeilijk te hanteren. Maar het ergste eraan is dit: bang zijn.
Bang om iets te doen.
Bang om iets te proberen.
Bang om te leven.
Ik weet niet precies waarom ik dit hier schrijf. Misschien om mijn gedachten ergens kwijt te kunnen. Misschien leest iemand dit en herkent zich erin. Misschien is het gewoon een manier om mezelf eraan te herinneren dat ik er nog ben.
Dankjewel voor het lezen.
*naam is veranderd